demo oefening

Hieronder vind je voorbeelden van oefenvragen, met antwoorden, uitleg en handige verwijzing naar het betreffende onderdeel van de theorie.

Ook bij een goed antwoord wordt de uitleg gegeven, omdat je bij meerkeuzevragen nu eenmaal ook min of meer ‘gegokt’ kunt hebben – en je wilt van oefeningen toch iets leren.

 

onderdeel werkwoordsspelling

1. Hij kon die vraag toen niet (beantwoorden).
2. Dat had hij niet zo (bedoelen).
3. (aanbranden) aardappels kunnen erg stinken.
4. Hem (houden) je niet zo gemakkelijk voor de gek.
5. (Raden) eens wat ik gekregen heb!

 

onderdeel overige spelling

6. .......... houdbaar tot
7. Kies de juiste spelling:
8. Kies de juiste spelling:
9. Kies de juiste spelling:
10. Kies de juiste spelling:
11. Kies de juiste spelling:

 

onderdeel leestekens

12. Hij vroeg of ik eerder kon komen_

Op de plaats van _ komt een

13. Wat hij heeft gezegd _ klopt helemaal niet.
Op de plaats van _ hoort
14. Ze zei: ''Kom je morgen''?
Het gebruik van de leestekens is

 

onderdeel ‘basisgrammatica’ (zinsdelen en woordsoorten)

15. Die som lijkt me wel moeilijk.
In deze zin is een
16. Ik heb het je wel verteld.
'het' is
17. Het is vrijwel zeker dat hij morgen komt.
'dat' is
18. Het ging toen regenen.
'toen' is

 

onderdeel ‘formuleren’

19. De minister zei dat hij diezelfde zorgen deelt.
Deze zin bevat
20. Je moet je zo optimaal mogelijk voorbereiden.
Deze zin bevat

 

Bij onze e-learning vind je in principe onderaan elk theoriedeel en elke oefening een link naar de volgende stap. Wij loodsen je zo via uitgekiende routes door de sites.