demo-toets

eigen taalvaardigheid voor de pabo: allereerst ‘de taaltoets’

 

Deze demo-toets kan model staan voor de taaltoetsen voor eerstejaarsstudenten pabo.

De toets omvat zes onderdelen:

  • werkwoordsspelling
  • overige spelling
  • leestekens
  • zinsdelen
  • woordsoorten
  • ‘formuleren’

Deze demo-toets heeft 75 vragen (en kost je minder dan 30 minuten).

onderdeel werkwoordsspelling
1. De (vermelden) gegevens bleken niet meer actueel.
2. Zo'n opleiding (bieden) je goede kansen.
3. Die informatie (vinden) je niet op de website.
4. Hij (rijden) bij die snelheidscontrole veel te hard.
5. Dat klopte niet met de gegevens die hij (vermelden) had.
6. (Besteden) voldoende tijd aan de voorbereiding van je presentatie.
7. Er wordt soms illegaal olie op zee (lozen).
8. De eind 19e eeuw (verzanden) haven was niet meer toegankelijk voor vissersschepen.
9. (Houden) je die gegevens allemaal bij?
10. De (ontvluchten) gevangenen werden snel weer opgepakt.
11. Die informatie stond niet op de site (vermelden).
12. (Vermijden) dat soort vage woorden.
13. Hij (proeven) gisteren verschillende gerechten.
14. Je (vinden) daar veel nuttige informatie.
15. Hij kon die vraag toen niet (beantwoorden).
16. (Melden) u bij de receptie.
17. Hij (trachten) toen die fout snel te herstellen.
18. Ik heb het liefst vers (bakken) brood.
19. Hij (verrassen) ons gisteren met een cadeau.
20. Een colporteur (houden) je vaak lang aan de praat.
21. Je ziet wel vaker dat het weer snel (veranderen).
22. Hij heeft de vloer met een borstel (schoonschrobben).
23. Hij doet niet altijd wat hij (beloven) heeft.
24. Het is belangrijk dat je de bron nauwkeurig (vermelden).
25. (Vinden) u dat een moeilijke vraag?

In de oefeningen bij onze e-learning is de uitleg uiteraard uitgebreider! Je ziet daarvan voorbeelden onder ‘demo oefening’.

De correcte spelling van de werkwoordsvormen getuigt naast kennis van regels ook van grammaticaal inzicht: zien hoe een zin is opgebouwd. Dat is onder andere belangrijk voor een correcte zinsbouw. Het gaat dus in feite niet alleen om de keuze van één of twee letters! Fouten in de d’s en t’s worden daarom ook zwaarder aangerekend dan andere spelfouten.

Vaak al vrij snel in je opleiding krijg je les in didactiek van de spelling (hoe leer ik de leerlingen op de basisschool spellen), o.a. werkwoordsspelling. Je moet die stof dan zelf uiteraard volledig beheersen en werkwoordsvormen foutloos kunnen spellen!

onderdeel overige spelling
26. Kies de juiste spelling:
27. Kies de juiste spelling:
28. Kies de juiste spelling:
29. Kies de juiste spelling:
30. Kies de juiste spelling:
31. Kies de juiste spelling:
32. Kies de juiste spelling:
33. Kies de juiste spelling:
34. Kies de juiste spelling:
35. Kies de juiste spelling:

Dit onderdeel kent helaas veel regels (en ook uitzonderingen). Zeldzame uitzonderingen en verouderde woorden laten wij in de leerstof uiteraard weg.

onderdeel leestekens
36. Begin tijdig met de voorbereiding _ het is veel leerstof.
Op de plaats van _ past het best een
37. Voor een moestuintje voor kinderen zijn snelle groeiers het meest geschikt _ radijs, sla en raapstelen. Bij _ past een
38. Ik vraag me af hoe hij zoiets voor elkaar krijgt _
Op plaats van _ komt een
39. ''Ik breng het straks wel even'': zei zij toen.
Het gebruik van leestekens is hier
40. Je kon van alles kiezen _ water, thee, koffie, frisdrank, bier en wijn. Bij _ komt een
41. Zij dacht: ''Ik had dat beter niet kunnen zeggen.''
Het gebruik van leestekens is hier
42. Een jongen die zoiets zegt _ moet je niet vertrouwen.
Op de plaats van _ komt
43. “Dat is onzin (1)” (2) riep hij. In deze zin komt
44. Er zijn vijf bewoonde Nederlandse Waddeneilanden_ Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog. Op de plaats van _ komt een
45. Hij zei: ''Zal ik het morgen even brengen?'' Het gebruik van leestekens is hier

Passend gebruik van leestekens is onmisbaar voor het goed en prettig leesbaar maken van teksten, onder andere van de werkstukken en verslagen tijdens je studie! Het verhoogt de waardering voor je werkstukken en maakt in het algemeen een meer professionele indruk.

onderdeel zinsdelen
46. Hij is toen heel kwaad geworden.
'heel kwaad' is
47. Zo'n som kun je gemakkelijk maken.
'Zo'n som' is
48. Mij lijkt die som niet zo moeilijk. 'die som' is
49. Waar wordt dat eigenlijk vermeld?
'Waar' is
50. Hij heeft uiteindelijk gekozen voor die studie.
'voor die studie' is
51. De tuin van de buren wordt opgeknapt. 'van de buren' is
52. Ons hebben ze dat toen niet verteld. 'Ons' is
53. Dat meisje is de beste van de klas. 'de beste van de klas' is
54. De leerlingen moesten bij de deur wachten. 'bij de deur' is
55. Wie heeft je dat verteld? 'Wie' is

Voor velen zijn de zinsdelen en de woordsoorten stof van ‘lang geleden’ (en een enkel onderdeel kan ook nieuw zijn). Onder andere voor de werkwoordsspelling en de analyse en verbetering van de zinsbouw heb je die kennis zeker nodig! 

onderdeel woordsoorten
56. Je zult al die hoofdstukken moeten bestuderen.
'moeten' is
57. Is je scriptie al goedgekeurd? 'je' is
58. Heb je daar ook al gezocht?
'daar' is
59. Het antwoord dat hij gaf, maakte een domme indruk.
'dat' is
60. Ik heb me toen vergist.
'me' is
61. Dat hij ook zou komen, wist ik niet. 'Dat' is
62. Is dat een vriend van jou? 'jou' is
63. Zo'n apparaat lijkt me handig. 'handig' is
64. Dat antwoord was helemaal fout. 'was' is
65. Dat restaurant is naast het station. 'naast' is
onderdeel ‘formuleren’

Bij dit onderdeel gaat het niet om de spelling en het gebruik van leestekens. Het gaat vooral om fouten in woordkeus en zinsbouw en om stijlfouten (o.a. pleonasme en contaminatie).

66. Ik hoorde dat hun ook komen.
Deze zin is
67. Zij is volgens mij een jaar ouder dan jij.
Deze zin is
68. Zij besefte zich dat toen helemaal niet.
Deze zin bevat
69. De helft van de leerlingen was al snel klaar.
Deze zin bevat
70. Dat is een meisje die altijd erg behulpzaam is.
Deze zin bevat
71. Men wil de capaciteit zo optimaal mogelijk benutten.
Deze zin bevat
72. Voor die maatregel zullen wel goede reden zijn.
Deze zin bevat
73. Ik irriteerde me aan zijn gedrag.
Deze zin bevat
74. De omzet van dat bedrijf is vorig jaar flink groter gegroeid.
Deze zin bevat
75. Ik kon me dat toen niet zo goed herinneren.
Deze zin bevat

Nogmaals: bij onze e-learning is de uitleg (veel) uitgebreider.

Wat ga je met dit resultaat doen?

Let wel: deze toets is te vergelijken met ‘niveau 3F’: minimum voor eind mbo 4 en havo.
Voor de pabo is dit een ‘starttoets’!

voordelen van onze e-learning:

  • goedkoper dan één studieboek – en je hebt er meestal enkele nodig
  • specifiek voor de pabo, in het bijzonder voor ‘de taaltoets’
  • gemaakt door een docent Nederlands met vele jaren ervaring op de pabo en speciaal ook met ‘de taaltoets’ (auteur van (kritische) artikelen over die toets, o.a. in onderwijsvakbladen)
  • gebruiksvriendelijk: heldere theorie en ruim voldoende oefenstof met uitgebreide uitleg
  • een helpdesk voor vragen, advies en eventuele wensen

inhoud pakket:

  • alle benodigde leer- en oefenstof voor de taaltoets
  • nuttige extra leerstof voor je opleiding – duidelijk apart aangegeven
  • ruim 2500 oefenvragen, met doeltreffende uitleg plus (als extra) nauwkeurige verwijzing naar de theorie
  • een door ‘links’ aangegeven geadviseerde studieroute
  • vier eindtoetsen / proeftoetsen van 125 items, met feedback

Voor studenten die al over redelijke ‘voorkennis’ beschikken en die op (heel) korte termijn een toelatingstoets moeten doen voor een verkorte opleiding of traject zij-instroom, hebben wij een verkort / versneld programma ontwikkeld. Als je daarvan ook gebruik wilt maken, betaal je een kleine toeslag. Je kunt dan eerst gebruikmaken van het versnelde programma (op een aparte site) en je beschikt ook gewoon over het volledige pakket.

tarieven voor e-learning, inclusief helpdesk
voor (aankomende) studenten pabo *:
alleen een bijdrage in de onkosten:

voor volledig pakket, 7 maanden gebruik:  €  19
(voor alle duidelijkheid: éénmalig €  19)

volledig pakket, 7 maanden gebruik + pakket versneld: € 22

volledig pakket, 12 maanden gebruik:  €  27

volledig pakket, 12 maanden gebruik + pakket versneld: € 29

* Bovenstaand ‘onkostentarief’ is bedoeld om studenten die dit zélf moeten betalen (of hun ouders), een voor hen betaalbare, passende oplossing te bieden.
Degenen die hiervoor via een werkgever of instantie vanuit een na- of omscholingsbudget een vergoeding kunnen ontvangen, komen hiervoor logischerwijs niet in aanmerking. Gebruikelijke tarieven – met berekening van de vele werkuren – zijn uiteraard veel hoger.

voor nascholing van onderwijspersoneel: nascholingtaal.nl

Na ontvangst van je aanmelding (en betaling of ‘referentiecode’ *) kun je meestal binnen enkele uren aan de slag. 

* Een referentiecode kan rechtstreeks door ons gegeven worden, of via school of opleiding. Als je een referentiecode hebt gekregen, is de deelname voor jou kosteloos.

Heb je nog vragen? Kijk eerst even bij FAQ. Heb je andere vragen of wil je vrijblijvend persoonlijk advies, gebruik dan het contactformulier. Ook als er een belemmering is, laat het ons dan gerust weten. Wij zullen zeker proberen om je te helpen. Uiteraard zullen wij verkregen informatie vertrouwelijk behandelen.

 

aanmelden

 contact

(Terug) naar de startpagina

©  2025  Ronald Zwiers

De informatie op deze site en de e-learning zijn activiteiten zonder winstdoel.